Morgen weer een dag
Nu de laatste stakingsactiviteiten van donderdag erop zitten, sluit ook ons liveblog. Vrijdag gaan de activiteiten nog volop door in het hele land. Zo wordt er onder meer in Winschoten tijdens een mars letterlijk geschreeuwd om aandacht (‘neem potten, pannen, spandoeken, toeters en bellen mee’), kunnen kinderen, ouders en grootouders naar de voorstelling Juffenballet in Rotterdam en gaan in Gouda basisschoolleerlingen zelf marcheren met spandoeken en stoepkrijt.
Fietsend filosoferen over de toekomst van het onderwijs
De basisschoolleraren in Heiloo vragen aandacht voor de problemen in het onderwijs met een fietstocht door het Noord-Hollandse boslandschap en langs scholen in Bergen en Schoorl. Donderdagochtend stapt de eerste groep docenten op de e-bike, gesponsord door de lokale fietsenmaker, om vervolgens hun collega’s bij de volgende school op te halen.
Hoe langer de dag vordert, des te groter de fietsclub. Uiteindelijk trekt er een peloton van 120 leerkrachten door de straten. Bij de een-na-laatste halte parkeren ze de fiets; de laatste twee kilometer gaan ze te voet.
Onderweg proberen ze een antwoord te formuleren op de vraag hoe ze het onderwijs van de toekomst moeten inrichten. Een van de aangedragen ideeën is om inhoudelijke onderwijsplannen meer door docenten te laten ontwikkelen. De huidige plannen zijn te veel van ‘bovenaf’ afkomstig, vinden veel leerkrachten.
Een voorbeeld is de middenschool, waarin het advies voor het voortgezet onderwijs niet al in groep 8, maar op een later moment wordt gegeven, zodat kinderen zich in de tussentijd kunnen ontwikkelen. ‘Hoeveel docenten zijn bij dat hele plan betrokken geweest?’, vraagt Robert Smid zich retorisch af. ‘Leerkrachten bezitten zo veel creativiteit. Laat ze die ontplooien.’
Smid is bestuurder bij onderwijskoepel ISOB, eerder was hij basisschooldocent in Amsterdam. In al die jaren heeft hij ‘een tweede economie binnen het onderwijs zien ontstaan. Huiswerklessen, privéscholen, bijlessen… We hebben het allemaal maar laten gebeuren. Terwijl juist dat kansenongelijkheid in de hand werkt: alleen de ouders die het kunnen betalen, kunnen hun kind dat laatste zetje geven.’
Als hij in het volgende kabinet minister van Onderwijs zou worden, dan zou Smid ‘standaard drie dagen per week vrijmaken om te praten met de docenten’, belooft hij. ‘Ook zou ik vechten voor mijn budget en dat verstevigen. We zitten verdorie in economische hoogtij. De huidige minister blijft veel te lang in de ambtelijke modus hangen.’
Directeur Gijs Nolet van basisschool de Springschans in Heiloo knikt. ‘Onderwijs, zorg en politie zitten tegenwoordig in de marge van de maatschappij. We moeten weer naar het midden. We moeten ons belang voor de samenleving beter verwoorden’, aldus Nolet. ‘Er liep net een jongetje over het schoolplein, Stein, met een bordje waarop stond: ‘Niet protesteren, ik wil leren’. Dat vind ik geweldig.’ (Thomas Borst)
Is dat lerarenloon echt zo slecht?
Een van de terugkerende punten bij de onderwijsstakingen is het salaris. Meer geld zou de loonkloof tussen het primair en voortgezet onderwijs moeten dichten, de sector meer marktconform maken en het beroep aantrekkelijker maken voor nieuwe leerkrachten. Maar hoeveel verdient de leraar nu eigenlijk?
De meeste basisschoolleraren starten in de schaal L10. Volgens de cao primair onderwijs 2019-2020 geldt daarvoor een bruto minimummaandsalaris van 2.678 euro en een maximum van 4.113 euro. Leraren kunnen eventueel doorgroeien naar de hogere schalen L11 (2.758-4.434 euro) en L12 (2.812-4.070 euro) door zich bijvoorbeeld te specialiseren en een bepaald minimumaantal lesuren per jaar te draaien.
Voor docenten die lesgeven op middelbare scholen geldt nog de cao voortgezet onderwijs 2018-2019. Starters in het voortgezet onderwijs komen terecht in schaal LB (minimaal 2.747 euro bruto, maximaal 4.186 euro bruto) of LC (minimaal 2.764 euro, maximaal 4.878 euro bruto). Leraren in de hoogste schaal, LD, krijgen een brutosalaris van minimaal 2.775 euro en maximaal 5.546 euro per maand. Voor de hogere schalen moeten leerkrachten onder meer lesgeven aan heterogene groepen, leerlingen met complexe problemen begeleiden en helpen met het ontwikkelen van het lesaanbod.
Eerder deze maand, toen werkgevers en vakbonden het nieuwe cao-akkoord voor het primair onderwijs tekenden, twitterde het ministerie van OCW dat een basisschoolleraar gemiddeld 4.400 euro bruto per maand verdient. Een nogal misleidende berekening, reageerden veel leraren, omdat het gros van de docenten in de lagere salarisschalen zit en slechts een klein deel in de hogere.
Respect voor de leraar, maar dat staken is wel lastig
Het begint zachtjes te miezeren, maar dat houdt een groepje kinderen bij het winkelcentrum Reigersbos in Amsterdam-Zuidoost niet tegen om nog even een balletje te trappen. Ze genieten duidelijk van hun vrijheid op een doordeweekse dag. Er wordt hard gegild wanneer de bal ineens vijf meter de lucht in schiet.
Amsterdam-Zuidoost is hard getroffen door het lerarentekort. Basisschool de 16e Montessori Gaasperdam moest in september nog haar deuren sluiten, omdat er niet voldoende leraren waren om voor de klas te staan. 111 leerlingen waren gedwongen op zoek te gaan naar een nieuwe school.
Melvin (42) zit met zijn zoontje in de speeltuin een broodje te eten. Hij was toevallig deze dagen vrij en ondervond dus geen last van de staking. ‘Ik heb echt respect voor die leraren, als ik zie wat die allemaal doen voor mijn kind.’ Hij geeft toe dat het lastig is om constant opvang te vinden tijdens de stakingen. ‘Maar weet je, die mensen hebben ook gewoon gezinnen die ze moeten onderhouden en daarnaast zijn we ruim op tijd op de hoogte gesteld.’
Ishmary (33) is niet blij met de stakende leraren. ‘De opvang kost 70 euro per dag’, zegt ze verontwaardigd. ‘Ik kan dat gewoon niet voor twee dagen betalen’. Haar dochter Marilyn (4) trekt ondertussen aan haar arm. Als reactie op de vraag of zij het erg vindt dat de juf staakt, moet ze giechelen. ‘Nee, ik ben lekker vrij vandaag.’
Ishmary weet dat zij niet de enige ouder is die zich in allerlei bochten moet wringen om opvang voor haar kind te verzorgen. ‘We gaan de komende twee dagen naar mijn zusje in Den Haag. Dat retourtje met de trein is goedkoper dan 140 euro aan kinderopvang.’ Met een rood rolkoffertje in de hand, haasten Ishmary en Marilyn zich naar het station. (Julianne van Pelt)
In Egmond aan Zee staan leraren in het verzorgingstehuis
Tussen de helmgrasduinen van Egmond aan Zee duwt leerkracht Edwin de Groot (44) mevrouw Schouten (96) vooruit. Weinig protestacties in Nederland zullen zo’n vredelievend karakter hebben als die in het Noord-Hollandse kustplaatsje. ‘Als we dan toch het werk stilleggen, dan willen we ons graag inzetten voor de zorg, waar ze óók handen tekort komen’, zegt De Groot. ‘Daarom bied ik vandaag samen met acht collega’s van basisschool de Driemaster ondersteuning in het verzorgingstehuis.’
Er was een strak programma uitgestippeld: ’s ochtends helpen met de bingo, koffie en thee schenken, de lunch verzorgen en de bedden verschonen. Inmiddels zijn de leerkrachten bij het middagprogramma aanbeland, waarbij ze de bejaarden helpen met de boodschappen. De Groot en collega Annemarie Melchers (55) brengen een opgetogen mevrouw Schouten naar de lokale supermarkt – zo vaak komt ze immers niet buiten de deur.
De Groot geeft les aan groep 7 en 8 en is de enige mannelijke leerkracht op zijn basisschool. Hij werkt twintig jaar in het onderwijs en heeft nooit iets anders gewild. ‘Ik zie de opvoeding als een taart. Wij leerkrachten vormen de bodem van die taart; hoe steviger die bodem, hoe beter beslagen ten ijs de kinderen de samenleving instappen’, zegt hij terwijl hij de rolstoel met tegenwind een heuvel opduwt. ‘Het mooie aan het onderwijs is het bijbrengen van nieuwe dingen, laten zien hoe de wereld werkt, verwonderde ogen als een kind iets nieuws ontdekt: dat maakt je werk zo waardevol.’
Collega Annemarie Melchers werkt korter in het onderwijs. Ze heeft eerder bij een bank en een makelaarskantoor gewerkt en is op latere leeftijd gestart met de Pabo. Van die carrièreswitch heeft ze nog geen moment spijt, al erkent ze wel dat de werkdruk enorm hoog is. ‘Vroeger, zo’n vier jaar geleden hadden we een ‘invalpool’ waar we uit konden putten. Daarin zaten zij-instromers en beginnende leerkrachten die konden invallen waar nodig. Maar die pool is uitgedroogd. We moeten alles intern oplossen. Er zijn geen invallers meer.’
Volgens De Groot moet de staking ook laten zien hoe mooi zijn vak is. ‘Om de aantrekkingskracht van de Pabo te vergroten, moet de opleiding praktischer. Geef docenten zelf meer ruimte om invulling te geven aan lessen, verleng stages van één dag naar vijf dagen. Natuurlijk heeft iedereen een theoretische basis nodig, maar de huidige studie ontbeert te veel praktijkervaringen.’
Over het algemeen is er begrip bij de ouders voor de staking. Al deed woensdag wel een boze vader zijn beklag, die alweer thuis moest werken of een oppas moest zoeken. Maar na een kort gesprek is ook hem duidelijk waar de grieven van de docenten liggen. ‘En door ons aan te bieden bij het verzorgingstehuis, hopen we iedereen in het dorp tevreden te houden.’ (Thomas Borst)
Gratis uitjes met de kinderen
Geen zin om thuis te zitten met de kinderen? Verschillende musea, themaparken en dierentuinen spelen handig in op de plotselinge vrije dagen. Hier kunnen kinderen (en ouders en opa’s en oma’s) terecht met korting, of zelfs helemaal gratis.
Noodplannen tegen lerarentekort niet bij iedereen populair
In de Rotterdamse Maassilo klinkt ’s middags instemmend gemompel, tijdens deel twee van de stakingsdag. Na de manifestatie in de Kuip komen basisschoolleraren hier bijeen om hun mening te laten horen over noodplannen om het lerarentekort aan te pakken. De Rotterdamse schoolbesturen presenteerden die plannen begin deze week samen met de gemeente.
De opkomst is massaal. Omdat de docenten het lerarentekort belangrijk vinden, maar misschien ook wel omdat stakende leraren pas krijgen doorbetaald als ze hier aanwezig zijn.
‘Wie vindt het een goed idee om meer onderwijsassistenten in te zetten?’, vraagt Jakolien Kraeima, een van de bedenkers van de plannen. ‘Steek je groene boekje de lucht in als je het ermee eens bent.’ Dit is een makkelijke vraag: natuurlijk willen de leraren meer hulp. Bijna alle groene boekjes gaan omhoog.
De volgende vraag blijkt op minder instemming te kunnen rekenen. Vinden de leraren het een goed idee als scholen aan elkaar gekoppeld worden, en als ‘buddy’s’ elkaar helpen tekorten op te vangen? Er gaan nauwelijks groene boekjes de lucht in. In de zaal mompelen enkele leraren dat ze het dan nóg drukker krijgen. ‘Deze vraag is misschien nog wat te moeilijk’, klinkt het optimistisch vanaf het podium. (Kaya Bouma)
Teruglezen: ‘Ik hoop dat ouders begrijpen dat ik staak’
Mariette Bekkers is leerkracht op een basisschool in Den Bosch. Aan de ouders van haar groep legt ze uit waarom ze staakt. Maar haar boodschap is ook gericht aan alle andere ouders.
De jonge bezoekers van het Muiderslot begrijpen best waarom de juf staakt
In een lange rij naar de entree van het Muiderslot staan kinderen ongeduldig heen en weer te wiegen om naar binnen te mogen. Eenmaal op de binnenplaats rennen ze in het rond en doen ouders een poging om hun eigen kind enigszins te bedaren. Een groep met rode hesjes loopt richting de kelder waar de gevangenen vroeger sliepen.
‘Dat zijn kinderen op de buitenschoolse opvang, die komen natuurlijk nu ook allemaal langs’, zegt Muiderslotmedewerker Imre Besanger. ‘Het is echt heel druk vandaag.’ Twee verdwaalde toeristen met een audiotour lopen de groep hesjes nieuwsgierig achterna.
Kinderen hebben vanwege de lerarenstaking gratis toegang, dus er zijn extra vrijwilligers ingezet om de drukte in goede banen te leiden. In de verschillende kamers van het kasteel poseren kinderen in middeleeuwse kleding, poetsen ridderkostuums of vergapen zich aan het eeuwenoude interieur.
Op de zolder is een workshop waar de kinderen voor hun meester of juf een scheurtekening met bloemen maken, geïnspireerd op de stillevens van bloemenbossen uit de zeventiende eeuw. ‘Kijk mama, deze is voor juf Sasja’, zegt Louie Styn (6) trots. Hij houdt een tekening met een felgekleurde bloem voor het gezicht van zijn moeder.
Louie vindt het heel bijzonder dat de juffen nu al voor de derde keer staken, maar snapt hartstikke goed waarom ze het doen. ‘Ze krijgen te weinig geld’, zegt hij. Iris, zijn moeder, herinnert hem eraan dat geld niet de enige reden is. ‘Oh ja, en ze moeten veel te hard werken’, roept Louie. Hij krabbelt snel nog een tekstje op zijn tekening: ‘Voor Sasja juf, hoelfil gelt hep je gekregen.’ Hij zal het kunstwerk maandag aan de juf geven. (Julianne van Pelt)
In het Friese Boijl zitten Jorrit en zijn klasgenootjes gewoon in de les
Vijf minuten eerder dan gebruikelijk gaat de bel op openbare basisschool De Oosterbrink, ziet verslaggever Jurre van den Berg in het Friese dorp Boijl. Hij rinkelt een minuut lang: het is vijf voor twaalf. ‘Dat is een spreekwoord of zo’, zegt Jorrit uit groep 5/6, ‘de laatste waarschuwing’.
Hij zit gewoon in de klas. Want staken doen de leerkrachten niet op deze school met tachtig leerlingen, vlak bij de grens met Drenthe. ‘Bij de vorige landelijke staking was er al twijfel’, zegt directeur Moniek Wolters. ‘Nu waren we er vrij snel uit dat staken voor ons niet het middel is. We willen de ouders tegemoetkomen, hun goodwill niet verspelen.’
Om toch een signaal af te geven, gaat om vijf voor twaalf dus die schoolbel. Directeur Wolters heeft er een alarm op haar telefoon voor gezet. Op de school van haar zoon Rogier (5) staken ze wel; hij ligt met een iPad op de vloer van haar kantoortje, de handen over zijn oren tijdens de lawaaiactie.
‘Dat we niet staken, betekent niet dat wij niet vinden dat er iets moet veranderen’, zegt Wolters. ‘Meer geld in elk geval. Niet zozeer voor ons salaris, maar bijvoorbeeld voor de inzet van vakleerkrachten voor gym en muziek. Nu doen we dat er zelf naast.’
En wat te denken van de aantrekkelijkheid van het vak. ‘De aanwas is dun, de invalpoule leeg. Als er iemand uitvalt, vangen we dat zelf op. Soms sta ik zelf een ochtend voor de klas.’
Met de sociale wenselijkheid van de kinderen van groep 5/6 zit het wel goed. Ze vinden het ‘he-le-maal niet jammer’ dat ze geen dagje vrij zijn. ‘Want school is leuk. En belangrijk’, zegt Sofie. Een handvol leerlingen ziet zelf een carrière als juf of meester wel zetten. Zelfs Jorrit. Zijn buurman: ‘He, je wilde toch kok worden?’
Aviodrome in Lelystad zet alle zeilen bij om drukte op te vangen
Verslaggever Thomas Borst is in het luchtvaartmuseum Aviodrome, waar de drukke entreehal doet denken aan een schoolpauze: jonge kinderen rennen schreeuwend en vrolijk gillend in het rond. Een gids probeert een groepje te mobiliseren voor zijn rondleiding. Dertig meter verderop heerst rust; daar heeft het museum speciale werkplekken ingericht voor de ouders.
Bij een eerdere onderwijsstaking werd het museum in Lelystad compleet verrast door duizend extra, veelal jonge gasten die kwamen omdat hun scholen dicht waren. ‘Dat gaat ons niet nog een keer gebeuren’, dacht Serena van Kammen, directrice van het museum. Dit keer heeft ze maatregelen getroffen om de extra drukte te kunnen opvangen.
Aviodrome schakelde speciale kindergidsen in en past de inhoud van de rondleidingen aan op de jongere bezoekers. Voor de ouders zijn flexplekken ingericht, waar ze in alle rust achter hun laptop plaats kunnen nemen. Op de tafels liggen stekkerdozen en staat koffie. Psycholoog Jolanda van Leersum (39 jaar) werkt daar haar administratie bij, terwijl haar dochter, nichtje en neefje leren wie Anthony Fokker is. Haar zus in Deventer moest werken, daarom heeft Van Leersum ook haar kinderen onder de hoede genomen. Gelukkig kon hun vader Tom (66) ook bijspringen.
De familie Van Leersum heeft begrip voor de stakende docenten. ‘Er is nauwelijks flexibiliteit bij ziekte. Het is goed dat er nu aandacht voor wordt gevraagd’, zegt Jolanda. ‘Andere ouders redden het vandaag ook met kunst- en vliegwerk: met thuiswerken en het inschakelen van grootouders. Bij vorige stakingen kon mijn man gelukkig thuiswerken.’
Ze is blij dat ze een beroep kan doen op vader Tom, die tweewekelijks oppast op de kinderen en bij eerdere stakingen ook hielp. ‘Daarom raakt ons dit minder, maar zonder deze extra oppas hadden we wel een probleem gehad.’
Bij de ingang ziet directrice Van Kammeren dat het snel drukker wordt. ‘Deze staking komt ons niet slecht uit’, lacht ze. ‘De kinderen gaan weliswaar twee dagen niet naar school, maar leren bij ons toch iets bij over de geschiedenis van de luchtvaart. Vorig jaar hadden we de tentoonstelling honderd jaar luchtvaart in Nederland. De kinderen leren wie de pioniers zijn van KLM en Fokker. Zo compenseren ze toch een beetje wat ze vandaag gemist hebben.'
Nederlandse uitgaven aan basisonderwijs relatief laag
De uitgaven aan het primair onderwijs blijven in Nederland achter in vergelijking met omringende landen, zo tweet ING op basis van OESO-cijfers.
Algemene Onderwijsbond: ‘lerarentekort groter dan gedacht’
Volgens onderzoek in opdracht van de onderwijssector en vakbonden is het lerarentekort veel groter dan de officiële cijfers weergeven, doordat veel vacaturen ‘houtje-touwtje’ worden opgevuld. Bijvoorbeeld door onbevoegden voor de klas te zetten.
Eugenie Stolk, voorzitter van de Algemene Onderwijsbond: ‘Stel: er zijn in een wijk twee buschauffeurs te weinig. Je heft één buslijn op, bij de andere lijn zet je een passagier achter het stuur. Vervolgens concludeer je: zie je wel, zo gaat het ook: er zijn helemaal geen tekorten.
‘Er is zich een ramp van nationale omvang aan het voltrekken. Er komt straks een hele generatie leerlingen de middelbare school binnen die niet het basisonderwijs hebben kunnen krijgen waar ze recht op hebben.’
Boze leraren de straat op in Rotterdam
In Rotterdam is één van de drie protestmarsen net van start gegaan als een paar leraren verontwaardigd begint te roepen: ‘Wat een gelul!’
‘Als we deze weg achterlangs pakken, ziet niemand ons’, briest docent Femke Bouwer, wanneer de stoet protesterende leraren een tunneltje onder het spoor inslaat. ‘Zo blijven we onzichtbaar.’
Enkele duizenden leraren in Rotterdam zijn op dat moment op weg naar de Kuip voor een manifestatie. Maar volgens Bouwer heeft de mars op deze manier weinig zin. ‘Dit is weer zó typisch voor het onderwijs. Altijd dat brave gedoe.'
‘Kom’, zegt Bouwer, docent op een basisschool. ‘We gaan gewoon de weg op.’ Een groepje recalcitrante leraren wil een meer zichtbare route inslaan: de weg op, recht tegen het verkeer in. Maar nog voor ze zich los hebben kunnen maken van de stoet gaat een politieagent voor ze staan. ‘We hebben met de organisatie afgesproken dat jullie achterlangs gaan.’
Mopperend sluiten de leraren weer aan in de stoet. (Kaya Bouma)
Minister Slob: cao primair en voortgezet onderwijs moet gelijk
Het gemiddelde salaris voor een leerkracht is 4.400 euro bruto per maand, maar er zijn grote verschillen tussen werknemers in het primair en in het voortgezet onderwijs. Dat moet anders, zegt ook minister Arie Slob van Onderwijs tegen De Telegraaf, al legt hij de verantwoordelijkheid daarvoor bij een toekomstig kabinet.
Slob: ‘De startsalarissen in het primair en voortgezet onderwijs zijn nagenoeg gelijk, maar na tien jaar, als je ouder wordt, gaan er echt verschillen ontstaan. Op de lange termijn zullen werkgevers en werknemers gewoon naar één cao toe moeten.’
Slob komt niet met extra geld, zegt hij. ‘Dat moet in volgende kabinetsperiodes worden geregeld. Dit kabinet heeft al geld bijgelegd. Dat was niet makkelijk, maar we hebben geleverd.’