Zitting beëindigd
Rechtbankvoorzitter Frank Wieland merkt op dat Peter R. de Vries zijn aantekeningen, waarover hij onlangs verklaarde, inmiddels aan het Openbaar Ministerie heeft overgedragen, zoals de officieren hem verzochten. En advocaat Janssen zal komende week een verzoek tot schorsing van het voorarrest van Holleeder indienen. De zitting van vandaag wordt beëindigd en aanstaande vrijdag voortgezet.
Drugsoorlog
Holleeders advocaat Sander Janssen merkt op dat het opvallend is dat in het onderzoek naar de liquidatiepoging op Gijs van Dam in 2002, en diens uiteindelijke liquidatie in 2004, nadrukkelijk de drugsoorlog en de verdwijning van Mimoun Chengaci zijn meegenomen. Cor van Hout wordt hierbij geregeld genoemd, terwijl deze onderzoeken in het onderzoek naar Van Houts dood geheel achterwege blijven.
Ripdeal
De rechter houdt verklaringen voor van Marokkanen met wie Cor van Hout voorafgaand aan zijn liquidatie verwikkeld was in een drugsoorlog. Er zou sprake zijn van een onduidelijk gebleven ripdeal waarbij een paar duizend kilo hasj is verdwenen. Een van de Marokkanen heeft verklaard dat hij zeker weet dat die ripdeal de oorzaak is van de liquidatie van Van Hout, en dat Willem Holleeder daar niets mee te maken heeft. De ripdeal zou te maken hebben met de verdwijning van Mimoun Chengaci (familie van de latere ‘vergismoord’ Chengaci, maar die twee moorden hebben inhoudelijk niets met elkaar te maken, aldus Holleeders advocaat Sander Janssen).
‘Ik heb tegen mezelf gezegd: niet paranoia zijn, het is wel je familie’
Officier Lars Stempher wil nog een geluidsopname van voor de lunchpauze voorhouden ‘om het af te ronden’: ‘Neem nou maar van me aan As, als Sonja loopt te kloten, schiet ik haar à la minute dood.’
Willem Holleeder: ‘Dit zijn gewoon weer dreigementen. Dit gaat over het autootje. Ik kom gewoon van de straat. Als mensen je blijven voorliegen, dan ga ik een beetje dreigen. Ik heb Sonja nog nooit met één vinger aangeraakt. Dat ik gedreigd heb, en dat het niet meer was dan een beetje dreigen, dat heb ik nou al honderd keer gezegd.’
Willem Holleeder over zijn zus Astrid: ‘Astrid heeft gewoon een spelletje met me gespeeld. Ik vertrouwde haar, maar ik ben erin getrapt. En waarom ben ik erin getrapt? Het is je familie. En ik was altijd goed met m’n familie. Ik heb tegen mezelf gezegd: niet paranoia zijn, het is wel je familie.’
Stempher: ‘Eerlijk gezegd geloof ik u niet, meneer Holleeder’
Officier Lars Stempher: ‘Hoe besprak u met Paja uw brouilleren met John Mieremet?’
Holleeder: ‘Nou gewoon, Paja sprak met Mieremet en dit en dat en zus en zo.’
Stempher: ‘Daar heb ik dus problemen mee: ik hoor u best vaak zeggen: dit en dat en zus en zo. Het lijkt wel alsof u iets niet wílt vertellen.’
Holleeder: ‘Wat ik niet weet, ken ik ook niet vertellen.’
Stempher: ‘Laat ik het concreet maken: Paja regelde lijfwachten voor Sam Klepper. Dat ging mis – Klepper werd geliquideerd. Dan kan ik mij niet aan de indruk onttrekken dat u dit bespreekt met Paja.’
Holleeder: ‘Nee, daar wist ik echt niks van.’
Stempher: ‘Eerlijk gezegd geloof ik u niet, meneer Holleeder.’
Holleeder: ‘Dat is uw werk. Op het moment dat u mij gelooft, ken ik naar huis.’
Sjaak B.: moord Van Hout is uitgevoerd ‘door twee Joegoslaven in opdracht van Mieremet’
Over het contact dat officier Betty Wind tijdens het Passageproces had met verdachte Sjaak B.:
Sjaak B. heeft verklaard dat hij is neergeschoten (in Panama, wat hij ternauwernood overleefde, red.) ‘vanwege Cor van Hout’. B. zegt dat de moord op Cor van Hout is uitgevoerd ‘door twee Joegoslaven in opdracht van Johnny Mieremet. De betalingen waren geregeld.’
De rechter vraagt Holleeder: ‘Heeft u daar gedachten over gehad, toen Sjaak B. werd neergeschoten in Panama?’
Holleeder: ‘Nee. Die jongen is neergeschoten, en dan ga je allerlei dingen zeggen. Ik kan daar niks mee. Maar ik heb altijd gezegd dat Mieremet achter Cors dood zat.’
Rechter: ‘Had Mieremet Joego’s, om het maar even oneerbiedig te zeggen?’
Ja, antwoordt Holleeder. ‘Er liep al een Joego bij Mieremet toen Sam Klepper werd doodgeschoten. Maar wie dat was, dat weet ik niet.’
Verklaring Stephan Meijer: ‘Cor van Hout zou eraan gaan’
De rechter houdt Willem Holleeder verklaringen voor van Stephan Meijer, de stiefzoon van de geliquideerde Joegoslavische Mirkovich (Holleeder werd verdacht van de liquidatie; Holleeders vriend Paja is ervoor veroordeeld en later vrijgesproken, red.). Meijer heeft veel verklaringen afgelegd, omdat hij de moord op zijn vader opgelost wilde zien. Hij zegt onder meer dat hij een relatie had met de dochter van Bas Vermeulen, destijds de bodyguard van Cor van Hout. Meijer verklaart dat zijn stiefvader hem vertelde dat Cor van Hout ‘eraan zou gaan’. Hij hoorde dit al een maand voor Van Houts liquidatie.
Holleeder woonde niet op Haagse Denneweg: ‘Dat was een trucje van mij’
Woonde Holleeder een bepaalde periode aan de Haagse Denneweg?, vraagt officier van justitie Lars Stempher. In een woning aan die weg heeft de recherche destijds een inval gedaan.
Holleeder schiet in de lach: ‘Nee, dat komt door een trucje van mij. Als ik werd gevolgd door de politie, ging ik weleens een portiek in, pakte ik mijn sleutels en deed net of ik naar binnen ging. Dan reed de politie door, en dachten ze dat ik daar woonde. Later gingen ze dan zo’n woning binnenvallen.’
Joegoslavische telefoonnummers
Na de liquidatie van Cor van Hout is Fred R. aangehouden. Hij had verschillende telefoons bij zich. Een daarvan werd aangestraald door een mast vlak bij de plaats van de liquidatie. Op 13.51 uur, kort na de beschieting van Van Hout en Ter Haak, maakte dat nummer contact met andere telefoonnummers, waarvan enkele kort na Van Houts dood Ros belden. Uit onderzoek blijkt dat het onder meer gaat om nummers van handelaren in verdovende middelen (rechercheonderzoeken Blauw en Paars, red.). Ene Rik en twee Joegoslavische namen gebruiken die telefoonnummers. Kent u die namen, vraagt de rechter aan Willem Holleeder.
‘Nou, in zoverre niet’, antwoordt Holleeder. Dan: ‘Volgens mij ken ik die M. (Joegoslavische naam) van toen Cor nog in de Deurloostraat woonde. Die kwam bij Cor over de vloer. Die andere jongen zag ik weleens in de sportschool. Voor de rest heb ik ze nooit gezien.’
‘Weet u hoe het met M is afgelopen?’, vraagt de rechter.
Holleeder: ‘Ja, die is geliquideerd.’
Rechter: ‘U bent daarvan verdachte geweest.’
Holleeder: ‘Ja, en die zaak is geseponeerd.’
Kaartje op Van Houts graf: ‘Ik heb meegewerkt aan het grootste misdrijf dat een mens kan begaan’
Sonja Holleeder heeft verklaard dat op het graf van Cor van Hout een bloemstuk lag met daaraan een kaartje: ‘Beste Cor, ik had op jouw plek moeten liggen. Ik heb meegewerkt aan het grootste misdrijf dat een mens kan begaan.’
Het tuincentrum liet weten dat het bloemstuk was besteld door een warrige man met een oorbel in zijn oor. Volgens de politie had Bas Vermeulen een oorring in.
Willem Holleeder zegt dat hij Bas Vermeulen ‘nog nooit met een oorbel heeft gezien’.
Volgens de politie is dit wel het geval, stelt de rechter. ‘Ik hou dit verhaal maar even voor’, aldus de rechter, die er snel weer van afstapt.
‘Het Johan Cruijff-effect: iedereen kent hem, maar hij kende niet iedereen’
De rechter somt een reeks namen uit het milieu op, mannen die elkaar hebben ontmoet in het Okura-hotel. Volgens verschillende personen was Willem Holleeder daarbij ook aanwezig. Holleeder ontkent dat hij Ernst Schouten kent (die zegt dat hij Holleeder wel kent, red.). Willem Holleeder: ‘Dat is het Johan Cruijff-effect: iedereen kent Johan Cruijff, maar hij kende niet iedereen.’
Schorsing
De rechter zegt dat de tot dusver voorgehouden verklaringen en geluidsopnamen een samenvatting zijn van wat de afgelopen dagen in het dossier Cor van Hout is besproken. De zitting wordt een kwartier geschorst.
Rechter: ‘U had staan proosten op de dood van Cor van Hout’
De rechter somt een reeks belastende verklaringen op over mogelijke betrokkenheid van Willem Holleeder bij de liquidatie van Cor van Hout.
‘Willem Endstra heeft bij de recherche verklaard: vind je het niet erg voor je zusje en haar kinderen? Waarop u zou hebben gezegd: ‘Ach, ze janken even en dan gaat dat weer over.’ Ook had u staan proosten op de dood van Cor van Hout. Volgens Astrid zei u verantwoordelijk te zijn voor de kosten van de schutters.’
Reactie Willem Holleeder: ‘Als ik Cor had doodgeschoten om de Achterdam te krijgen, dan had ik die Achterdam gewoon gepakt. Maar dat heb ik niet gedaan.’
Rechter: ‘Maar die was al verkocht.’
Holleeder: ‘Nee, pas na de dood van Cor hebben ze die verkocht. Je vermoordt toch niet iemand voor niks? Als je iemand vermoordt omdat je iets wilt hebben, accepteer je niet dat iemand ervoor gaat liggen en zegt: je krijgt het niet. Dan ga je door totdat je het hebt.’
‘Ik kreeg nooit normaal antwoord, dus dan ga je het proberen met dreigingen’
Willem Holleeder wordt stevig aan de tand gevoeld over de volgende geluidsopname die zijn zus Astrid heeft gemaakt, waaruit blijkt dat Willem bang was dat Sonja met de politie zou gaan praten. Hij zegt op de band: ‘Dan ga je eraan, net zoals Cor.’
De rechter: ‘U zegt, ik ga Meijer en Boellaard op Sonja afsturen. Waarom zou u dat doen?’
WH: ‘Mij kan ze belasten met witwassen, maar ook Meijer en Boellaard.’
De rechter vraagt of Sonja in gevaar zou zijn, als Meijer en Boellaard achter haar aan zouden gaan.
WH: ‘Die kunnen ook wat van dat geld voor de film over de Heineken-ontvoering zeggen. Ik wilde ze niet op haar afsturen om haar iets aan te doen.’
R: ‘Maar Astrid zegt: daar kun je niet mee leven. En u antwoordt: ik kan er niet mee leven als ik het niet doe.’
WH: ‘Astrid probeert het in de context van liquidaties te duwen, maar daar gaat het helemaal niet over. En dan nog – dat wil toch niet zeggen dat ik haar wat aan ga doen?’
R: ‘Maar waarom zegt u: Ik kan er niet mee leven als ik het niet doe?’
WH: ‘Ik kan er heel goed mee leven, maar niet in de context van liquidaties. Het gaat over die overval. Doordat zij zegt: daar kun je niet mee leven. Ik reageer daarop.’
R2: ‘Daar gaat een zinnetje aan vooraf, over Cor van Hout. Dan zegt u: ik moet het gewoon oplossen. En dan zegt Astrid: daar kun je niet mee leven.’
WH: ‘Ik bedoel daar iets anders mee. Of het nu gaat over de Achterdam, of de film, of het autootje van Richie: Astrid maakt er altijd iets met liquidaties van. Zij fietst er een dingetje in en maakt er iets anders van.’
R: ‘Waarom zegt u dan niet: wat zit je nou te lullen, wat is dat voor kletskoek, je kan er niet mee leven? Dat is dan toch een veel logischere reactie?’
WH: ‘Nee, zoiets zou ik nooit zeggen.’
R: ‘Dus zij brengt er volgens u een lading aan die er niet is, en in plaats van dat u zegt: wat een onzin, gaat u in haar woorden mee?’
WH: ‘Dat je er wel mee kan leven, wil toch nog niet zeggen dat het om een liquidatie gaat? Ik kan er wel mee leven – dat kan toch van alles betekenen?’
Officier Lars Stempher: ‘U zegt ook: het gaat om mij, Meijer en Boellaard. Hij (Peter R. de Vries) verdient de kogel. Geen geld? Goed, dan schieten we hem dood, klaar Boxer. En later: Ik had hem al lang doodgeschoten.’
Janssen: ‘Er komen steeds regels achteraan.’
Stempher: ‘Waar het mij om gaat, is dat u Boellaard en Meijer wel degelijk koppelt aan doodschieten.’
WH: ‘Ik heb bedreigingen geuit die ik niet gemeend heb. Van al die bedreigingen is ook nooit wat gekomen. Het is wel je familie, dus dan denk je steeds: nou niet paranoia worden. Ik heb het ze heel vaak gevraagd: wat voor spelletje speel je? Ik kreeg nooit normaal antwoord, dus dan ga je het proberen met dreigingen. En zo zit het.’
‘Erg? Erg? Je moest eens weten hoe lang ik erover gedaan heb’
Rechter Frank Wieland houdt Willem Holleeder enkele verklaringen voor:
Volgens zus Sonja had Willem ’s middags na de dood van Cor van Hout en Robert ter Haak op de bank zitten huilen. ‘’s Avonds kwam hij zeggen dat ik mijn huis aan Hillis moest afstaan. De schutters moesten namelijk betaald worden’, zei Sonja. Ze hoorde dat voor het eerst. ‘Ik moest zelf de schutters betalen voor de aanslag op Cor’ (haar partner, red.). En: ‘Willem heeft voor de liquidatie van Cor gezegd dat hij eraan zou gaan.’Rechter Wieland: ‘Volgens ex-vriendin Sandra den Hartog was u op de dag van Houts liquidatie jolig en vrolijk. U noemde Van Hout een kankerhond. Toen Sandra zei dat ze het erg vond voor de familie, zou u hebben gezegd: ‘Erg? Erg? Je moest eens weten hoe lang ik erover gedaan heb.’ U maakte volgens Sandra een handgebaar als een pistool.
‘Later zegt Sandra: na de dood van Cor was u blij ‘dat hij eindelijk kapot was’. U ging ervan uit dat het geld van de ‘hoerenramen’ van Cor nu van u was. Wilt u daarop reageren?’
Willem Holleeder: ‘Astrid heeft een verhaal in elkaar gedraaid dat ik uit ben op het geld van Cor. Ik ben nooit achter zijn geld aangegaan. Sonja heeft mezelf verteld dat ze het verkocht had aan Bertus Hassing. Ze hebben een mooi verhaal gemaakt, steeds aangepast; nu dat ze de Achterdam nog wel had en aan Grifhorst had verkocht. Ik heb nooit om toonderaandelen gevraagd. Boekhouder Tangenberg had contact met de Antillen, die had gewoon nieuwe kunnen aanvragen. Dat ze dat steeds noemen, is omdat ze er geen snars van begrijpen. Ik heb nooit achter Cors geld aan gezeten.’